-
De isolatiegraad van de woning: De isolatiegraad van de woning is belangrijk voor het EPC omdat het aangeeft hoe goed de woning geïsoleerd is. Een goed geïsoleerde woning verbruikt minder energie om op te warmen en te koelen.
-
De luchtdichtheid van de woning: De luchtdichtheid van een woning geeft aan hoe goed de woning afgesloten is tegen tocht en warmteverlies. Hoe lager de luchtdoorlatendheid van een woning, hoe beter de energetische prestaties en hoe lager het EPC.
-
De gebruikte verwarmings- en koelsystemen: De gebruikte verwarmings- en koelsystemen in de woning hebben invloed op de energetische prestaties en dus op het EPC. Een energiezuinige verwarmingsketel of warmtepomp zal een betere score opleveren dan een ouderwetse en minder energiezuinige verwarming.
-
De aanwezigheid van ventilatie: Ventilatie is essentieel voor een gezond binnenklimaat, maar heeft ook invloed op de energetische prestaties van een woning. Een goed geventileerde woning kan bijdragen aan een lager EPC.
-
De oriëntatie en oppervlakte van de woning: De oriëntatie en oppervlakte van de woning hebben ook invloed op de energetische prestaties en dus op het EPC. Een woning die goed georiënteerd is ten opzichte van de zon en een compacte bouwstijl heeft, zal bijvoorbeeld een betere score opleveren.
Op basis van deze factoren en nog andere berekent de energiedeskundige het EPC. Het EPC wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 700, waarbij een lager getal beter is. Een EPC-score van 100 betekent dat de woning energieneutraal is, wat wil zeggen dat de energie die nodig is voor verwarming, koeling, ventilatie en warm water wordt opgewekt met hernieuwbare energie.